In Utrecht melden bewoners en buurtinitiatieven zich regelmatig met vragen over de toekomstige warmtevoorziening in hun wijken. Terwijl de transitievisie warmte van de gemeente nog in ontwikkeling is, neemt projectleider Anne-Marie Zwanink van de gemeente Utrecht daarom het initiatief voor Expeditie Warmte. Dit is een gezamenlijke zoektocht van buurtbewoners, bedrijven en de gemeente naar de toekomst van buurtwarmte in Utrechtse huizen.
Het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL) onderzoekt sinds 2019 samen met een breed speelveld het vraagstuk omtrent participatie in het aardgasvrij maken van wijken. De afgelopen jaren zijn we veel moedige praktijken tegen gekomen. Een moedige praktijk is een praktijk die werkt aan het aardgasvrij maken van wijken of eraan raakt. Het zijn participatiepraktijken die daadwerkelijk hebben plaatsgevonden en het net even anders doen.
'In mijn functie wijs ik buurtinitiatieven op het gebied van verduurzaming de weg binnen de gemeente. Uit dat contact komen hele concrete vragen over buurtwarmtenetten en initiatieven die bewoners daarin zelf kunnen nemen. Bewoners willen weten wat de gemeente voor hen kan betekenen', vertelt Zwanink. 'Ze vragen bijvoorbeeld of er subsidies zijn voor technisch onderzoek of voor het doorrekenen van financiële haalbaarheid. Bij dat soort onderzoeken heb je het al snel over flinke bedragen. Of een buurtwarmtenet een haalbaar plan is, of we dat als gemeente moeten subsidiëren en zo ja hoe dan, dat zijn voor ons belangrijke vragen waarover we willen leren.'
Start van Expeditie Warmte
Zwanink: 'Met Expeditie Warmte hebben we een werkvorm ontwikkeld waarin wij als gemeente samen met buurtinitiatieven en bedrijven leren over de warmtetransitie. Wat is er nodig om alternatieve warmtebronnen in te zetten in de wijken? Via buurtnetwerken en social media zijn we bewoners gaan benaderen. Via het online platform StartHubs hebben we bedrijven gevraagd met innovatieve plannen te komen. Zo begon Expeditie Warmte, als een traject waarin we gezamenlijk de potentie van lokale warmtebronnen in Utrecht hebben verkend. Buurtinitiatieven en marktpartijen zijn samen aan de slag gegaan om zo haalbaar mogelijke buurtwarmteplannen te ontwikkelen.'
Bronnen met lage temperatuur
'In Utrecht zijn niet voldoende hoogtemperatuurbronnen om de hele stad te voorzien van warmte. Daarom kijken we ook naar laagtemperatuurbronnen', legt Zwanink uit. 'Onderzoek laat zien dat we er daarvan heel wat hebben in Utrecht. Oppervlaktewater, bodem en lucht bijvoorbeeld. In warmtenetten met laagtemperatuurbronnen kan de warmtevraag niet al te hoog zijn. Dat vereist goede woningisolatie. Een voordeel van dit type warmtenet is dat woningen er in de zomer ook mee gekoeld kunnen worden. De techniek is nog volop in ontwikkeling. We leren veel van de ervaringen in de aardgasvrije proeftuinenwijken en van onze eigen projecten.'
Gemeente organiseert matchmaking
'Wat wij tijdens Expeditie Warmte met name wilden leren, is of buurtinitiatieven en bedrijven samen met een gedegen plan kunnen komen', vertelt Zwanink. 'De gemeente legt geen warmtenetten aan, maar heeft een regierol. Marktpartijen leveren de technische oplossingen en bewoners willen weten wat zij precies krijgen.' Om die samenwerking in de praktijk te laten ontstaan organiseerde de gemeente online een matchmaking-dag, waarop een selectie van vijf buurtinitiatieven en tien bedrijven met elkaar in gesprek ging. 'Dat leverde in vrijwel alle gevallen matches op van buurtinitiatieven en bedrijven die elkaars eerste keuze waren', vertelt Zwanink. Zo werden vijf teams samengesteld.
Plannen maken
Vervolgens is elk van de vijf teams, bestaand uit een buurtinitiatief en een bedrijf, een conceptplan gaan maken. Een belangrijk criterium daarbij was dat het gaat om lokale bronnen met lage temperatuur. Een onafhankelijke jury met onder andere Urgenda-directeur Marjan Minnesma beoordeelde de conceptplannen. 'Het doel was samen te leren over wat nodig is voor een goede samenwerking en het maken van een conceptplan. Er was dus geen sprake van een uitvoeringsgarantie of -verplichting,' aldus Zwanink. Wel wonnen drie van de vijf teams een geldbedrag om hun plan verder door te ontwikkelen.
Van de winnende teams eindigde Oog voor Warmte op de eerste plaats. Dit team maakte een creatief plan op basis van warmte uit het Merwedekanaal, met onder andere een drijvende warmtepomp. Deze techniek - aquathermie - lijkt kansrijk voor Nederland, vanwege het vele beschikbare oppervlaktewater. Op de tweede plaats: een team uit Lunetten, dat een plan ontwikkelde voor een gezamenlijke lucht-water-warmtepomp als warmtebron voor de buurt. De derdeprijswinnaar is team Warm Tuindorp, dat gebruik wil maken van riothermie, warmte uit rioolwater. Dit team viel ook op door een krachtig bewonersmanifest.
Lessen en kaders
Expeditie Warmte heeft de gemeente Utrecht, bewoners en bedrijven geleerd wat er allemaal komt kijken bij de processen die nodig zijn voor de aanleg van warmtenetten op basis van lokale bronnen in de Utrechtse buurten. Er is zicht gekomen op de technische en financiële vraagstukken, de waarden die belangrijk zijn en op wat zeggenschap, participatie en communicatie inhouden. 'We hebben veel geleerd over de rolverdeling tussen gemeente, bedrijven en buurtinitiatieven en over de ondersteuning die wij als gemeente aan buurtinitiatieven kunnen bieden.'
Zwanink: 'Buurtinitiatieven vragen ons als gemeente om kaders voor als ze aan de slag willen met zo’n buurtwarmtenet. Als gemeente zijn we er verantwoordelijk voor dat iedereen in Utrecht een duurzame warmtevoorziening krijgt. We vinden dat oplossingen in de warmtetransitie haalbaar en betaalbaar moeten zijn. We hebben niet alles zelf in de hand: als het gaat om de algemene regels voor bijvoorbeeld betaalbaarheid, dan is het Rijk aan zet. Randvoorwaarden die we zelf in kunnen vullen, blijven we verkennen samen met alle stakeholders, dus ook met buurtinitiatieven.'
Onzekerheid verdragen
'Deze manier van werken vraagt van alle betrokkenen dat ze elkaar vasthouden in onzekerheid. Daarom hebben we ook voor de expeditie-metafoor gekozen, je weet niet wat je onderweg tegen gaat komen', vertelt Zwanink. 'Wij zijn als gemeente volop in ontwikkeling. We zien dat ook bewoners veel behoefte hebben aan kennis over waar het in de nabije toekomst naartoe gaat met warmte in huis. Met Expeditie Warmte hebben we een overzichtelijk en helder gestructureerd traject geboden om daarover samen met ons en bedrijven te leren.'
Meer weten?
Wil je meer weten over de ervaringen en de teams die hebben meegedaan aan Expeditie Warmte? Vraag dan de whitepaper Expeditie Warmte aan via energie@utrecht.nl.