Yosser Dekker brengt als intermediair de werelden van beleidsmakers en burgers op nieuwe manieren bij elkaar. Samen met beeldend kunstenaars, theatermakers, ontwerpers en onderzoekers ontwikkelt hij eigen participatieprojecten. Volgens Dekker kunnen we daarbij niet zonder de verbeeldingskracht van kunst en cultuur. Die is nodig bij de grote opgaves waar we voor staan.
Met Bureau Ruimtekoers bewandelt Dekker een geheel eigen weg in het participatiedomein. Als onafhankelijk intermediair ziet hij het als zijn taak om een nieuwe taal te vinden die burgers en overheden bij elkaar brengt. "Wat wij doen, is beide kanten helpen om bij elkaar te komen. Ik denk dat het heel belangrijk is de kloof tussen burger en overheid te overbruggen en zo te bouwen aan een rechtvaardiger samenleving", vat hij zijn missie samen.
In 2021 onderzoekt het OFL de rol van intermediairs bij participatieprocessen in wijken, rond het bevorderen van de energietransitie. In het bijzonder kijkt het OFL naar hoe intermediairs te werk gaan in wijken die aardgasvrij worden. Hoe gaat dat precies; overheid en burgers verbinden? Dit artikel is de eerste in een reeks van vijf, waarin Bureau Ruimtekoers op die vraag reflecteert en zo een bijdrage levert aan dit OFL-onderzoek.
Reflectie in actie
Het werkterrein van Dekker is breed. Met zijn bureau ontwikkelt hij projecten die gaan over participatie bij allerlei maatschappelijke vraagstukken, variërend van armoede, segregatie, publieke ruimte en democratie tot de energietransitie. Vanuit dat laatste thema is het contact ontstaan met het OFL, dat participatieonderzoek doet voor het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW). "Op verzoek van het OFL verzamelen wij inzichten over participatie door te reflecteren op hoe wij onze projecten aanpakken", vertelt Dekker. "Reflectie in actie, heet dat." De focus ligt daarbij op de intermediairsrol bij de energietransitie in wijken die van het aardgas af gaan.
Kijken als ontwerper
Dekker is opgeleid als ontwerper en beschouwt beleidsmakers ook als ontwerpers. Vanuit dat ontwerpdenken komt het uitgangspunt dat het goed is om eindgebruikers van jouw ontwerp - bij beleidsmakers zijn dat vaak burgers - zo vroeg mogelijk bij het ontwerpproces te betrekken. Dat vereist een andere aanpak dan die van de inspraakavond. "De beleidsmaker heeft dan vaak al scenario's bedacht en de burger mag daaruit kiezen. Dat is natuurlijk niet echt uitnodigend", vindt Dekker.
Alle burgers bereiken
Yosser Dekker maakt met zijn bureau op hele andere manieren dan gebruikelijk contact met burgers, om zo ook de mensen te bereiken die niet op inspraakavonden komen. "Burgers en overheid hebben moeite om met elkaar in gesprek te gaan en elkaar te begrijpen. Dat heeft, denk ik, voornamelijk te maken met de verschillende talen die worden gesproken. Een beleidsnota is gewoon niet zo goed te begrijpen voor iemand in een krachtwijk, met een migratieachtergrond, maar gaat wel over het leven van die persoon." Vandaar dat Dekker en zijn collega’s op onorthodoxe wijze erop uit trekken om iedere burger te betrekken bij overheidsbeleid.
Theatermakers bij de voedselbank
In Arnhem zijn zij bijvoorbeeld een project gestart om het armoedebeleid van die gemeente aan te scherpen. "We gaan een theatervoorstelling maken met mensen die klant zijn bij de voedselbank. Onze theatermakers werken daar als vrijwilliger en leggen zo de eerste contacten", vertelt Dekker. "Dit gebeurt in kleine gesprekjes, maar ook met liedjes die mensen kunnen aanvragen voor vrienden, bekenden of familie. Daarna organiseren wij muziekworkshops. Zo werken wij toe naar uiteindelijk een theatervoorstelling met mensen die leven in armoede."
Contact verdiepen
"Gedurende het maken van de voorstelling kunnen wij op een hele andere manier dan gebruikelijk in gesprek gaan met de klanten van de voedselbank. Theater gaat over expressiviteit, muziek gaat over emotie. Daardoor kunnen wij diepere gesprekken voeren met mensen die in armoede leven. Deze gesprekken leggen wij vast en de inzichten delen wij periodiek met beleidsmakers van de gemeente Arnhem. Dat is hoe wij met een theatervoorstelling de werelden van burgers en beleidsmakers bij elkaar willen brengen", vertelt Dekker.
Data verzamelen
De werkwijze van een project berust op het verzamelen en ordenen van allerlei soorten gegevens. "Wij zien het als data", zegt Dekker. Die data verzamelt het team door participerende observaties, korte gesprekjes met mensen, interviews met burgers en met teamleden en op basis van reflectiegesprekken in het team. "Op een gegeven moment hebben wij een enorme schoenendoos met allerlei inzichten die wij gedurende het proces aan het rubriceren zijn. Het zijn foto's, quotes, teksten, ideeën. Wij leggen alles vast en kijken vervolgens welke lijnen wij zien."
Weven met zonnecellen
Zo ging het ook bij Zonnestof, een ander project in Arnhem dat bedacht werd samen met modeontwerper Pauline van Dongen. Met Van Dongens stoffen, waarin zonnecellen zijn verwerkt, werden mensen die niet direct in de energietransitie zijn geïnteresseerd toch bereikt. Dit gebeurde via bestaande clubjes mensen in de wijk die zelf stoffen weven. Clubjes die het team op het spoor kwam door hun haren bij de buurtkapper te laten knippen. Ook stelden zij weefgetouwen op in een lokaal winkelcentrum, om zo met burgers de zonnestof te weven én in gesprek te raken over de verduurzaming van hun huis.
Taal die overheid en burgers begrijpen
"Met onze projecten willen wij een taal vinden die zowel beleidsmakers als burgers begrijpen", aldus Dekker. "Daar zat ik gisteren nog over na te denken. Dat is eigenlijk wat wij doen; wij zijn continu aan het vertalen en aan het proberen een nieuwe taal te vinden." Kunst en cultuur zijn daarbij de onmisbare schakel, aldus Dekker. "Wij hebben echt de verbeeldingskracht van kunst en cultuur nodig, willen wij de grote thema's aangaan die zich nu in ons leven afspelen, waaronder klimaatverandering, de energietransitie, biodiversiteit, ongelijkheid."