Zij organiseert onder meer de betrokkenheid van belanghebbenden bij het nieuwe Europees Landbouwbeleid (GLB), waaronder een-op-een gesprekken met belanghebbenden maar ook (online) congressen. Het gaat om het goede gesprek, zodat beleid kan aansluiten bij de praktijk.
Annelie vindt de methodiek van VOM fijn omdat het zich richt op sociale innovatie. “Alle technische innovaties die zijn geslaagd, hadden de sociale innovatie op orde. Dus dat mensen geholpen werden om te veranderen of geholpen werden om nieuwe (landbouw)technieken te gebruiken.”
Innovatielab
“Ik kende de methodiek van Theory U al, maar was erg benieuwd hoe dit proces helpt om beleid en de praktijk op elkaar aan te laten sluiten, waar gaat dat makkelijk, waar zijn nog hobbels onderweg? Mijn doel is om in het nieuwe GLB ervoor te zorgen dat ook sociale innovatie onderdeel kan zijn van de innovatieprojecten die ingediend worden.” “VOM is veel breder dan het GLB, dus fijn dat er meerdere collega’s uit verschillende directies van LNV aangesloten waren”.
Voelen en veranderen
Annelie is naast ambtenaar, gevoelsmens: “Bij Voor de oogst van morgen kijk je naar het hele systeem. Hoe zit het in elkaar, waarom werkt het zoals het werkt, hoe was het vroeger, waar gaan we naartoe? De menskant achter de deelnemer is heel belangrijk. Er is veel emotie bij de boeren. Zij hebben op een bepaalde manier leren werken. Nu zeggen wij als samenleving dat het niet goed is. Enkele decennia geleden was het wel goed, maar we weten nu dat het beter kan. De boeren hebben naar beste eer en geweten en kennis van toen gehandeld. In dat veranderproces zit een stuk rouw en verdriet. Ik heb dat bespreekbaar gemaakt.”
Verandering en beleid
De demonstraties in Den Haag zijn niet aan ons voorbijgegaan. Annelie: “er is een aantal boeren waar het water tot aan de lippen staat, die kunnen hulp gebruiken”. Zij pleit ervoor om in beleidsverandering rekening te houden met veranderprocessen bij deze doelgroepen. “Veranderen doet pijn. Dat mag benoemd worden.” Op de vraag wat haar ideeën zijn hoe beter over nieuw beleid te communiceren, zegt ze: “Een luisterend oor bieden. Rekening houden in je communicatie dat er veranderd wordt en ruimte bieden om afscheid te kunnen nemen van oude gewoontes. Het verschil tussen de ondernemer en privé-persoon is bij een boer veel kleiner. Je bént boer. Voor iedereen is veranderen lastig, daarin zijn boeren niet anders. Als overheid heb je misschien wel een stukje verantwoordelijkheid. Je hebt ze geholpen te boeren zoals ze nu boeren, dan moet je zelf eerlijk zeggen dat de inzichten veranderd zijn en instrumenten bieden die helpen bij de omslag naar duurzaam boeren.”
Beperkte machtspositie van de boer
Wat het systeem ingewikkeld maakt, is de zwakke machtspositie van de boer in de keten. “Als je naar de markt kijkt, heb je veel boeren, een paar grote distributeurs, voedselverwerkers en supermarkt ketens en dan heel veel consumenten. Dat consumenten weinig macht hebben, zijn we gewend, maar dat de leverenciers, de boeren, een zwakke positie in de keten hebben, niet. Daardoor kunnen ze inspanningen voor duurzaamheid niet vergoed krijgen in de markt. Een grote inkoper gaat makkelijk naar het buitenland als het daar goedkoper is; dat die producten vaak aan minder hoge duurzaamheidseisen moeten voldoen, telt niet mee”.
Waarde van het netwerk
Over de duurzame transitie zegt Annelie: “We moeten echt aan de slag gaan. Een boerenpraktijk verander je niet snel. Het is veel langetermijn denken. Daarom vind ik het VOM-netwerk heel bijzonder. Ik kom mensen tegen die ik in het dagelijkse beleidswerk niet tegenkom. Bij VOM kennen ze me. Ook leer ik jonge boeren kennen en deelnemers van Voor de oogst van Overmorgen. Dat geeft me een waardevolle inkijk in de praktijk, die ik meeneem naar het ontwerpen van het nieuwe GLB.”
Een veelbelovende methode voor integraal beleid
Wat Annelie betreft is de innovatielab methodiek met deelnemers uit alle schakels in en rond de keten een veelbelovende aanpak van ingewikkelde beleidsproblemen. Doordat eerst het systeem goed geanalyseerd wordt vanuit verschillende invalshoeken, ontstaat er ruimte voor verrassende oplossingen die meerdere problemen tegelijk kunnen aanpakken. Heel waarvol in gebiedsgericht beleid. Want in een gebied komen de problemen en verschillende beleidsvelden bij elkaar. Op deze manier kun je voorkomen dat er een maatregel wordt ingevoerd die goed is voor het klimaat, maar slecht voor de natuur, of andersom.