Vertel eens wat over jezelf
Ik ben Eef Silver, OFL-secretaris. Ik doe dit nu ruim 2 jaar. Hiervoor heb ik gewerkt in het waterbeheer, zowel in Nederland als in het buitenland. Ik heb veel aan waterbeleid, waterkwaliteit, waterveiligheid en met thema’s rondom ecologie gewerkt. Nu werk ik als OFL-secretaris voor het Noordzeeoverleg en heb daarmee de stap gemaakt van (werken aan) waterbeleid in het zoetwaterdomein naar het zoutwaterdomein en van inhoud naar proces. Die nieuwe uitdaging vond ik erg leuk. De onafhankelijke positie van het OFL sprak mij ook erg aan. Als secretaris heb ik een onafhankelijke rol en bemiddel ik tussen de verschillende partijen met ieder een eigen belang.
Waarom spreekt deze onafhankelijkheid jou zo aan?
Bij eerdere banen opereerde ik altijd vanuit een partij met een bepaald belang. Ik lobbyde bijvoorbeeld voor een NGO. Ook vertegenwoordigde ik de belangen van de waterschappen. Maar ik had het gevoel dat ik mij comfortabeler en meer op mijn plek zou voelen in een faciliterende rol waarbij ik alle belangen boven tafel probeer te krijgen. Op zoek gaan naar harmonie tussen de verschillende partijen en belangen, daar voel ik mij prettiger bij dan enkel het belang van één partij vertegenwoordigen. Ik was dus op zoek naar een organisatie met zo’n onafhankelijke rol. Via via ben ik toen bij het OFL terecht gekomen. Ik ben toen in gesprek gegaan met OFL-secretarissen Henk (werkt tevens voor het Noordzeeoverleg) en Femke (is nu niet meer werkzaam bij het OFL). Zij vertelden mij wat het OFL doet, hoe het OFL te werk gaat en wat het werk als OFL-secretaris inhoudt. Kort daarna kwam er een vacature als secretaris voor het Noordzeeoverleg vrij en heb ik daar op gesolliciteerd.
Zie jij jezelf als een verbinder?
Ja, ik zie mezelf wel echt als een verbinder. Zowel inhoudelijk – je hoort de ene partij dit zeggen en de andere partij dat, je haakt daar op aan en legt verbanden er tussen – als in het samenbrengen van partijen die samen iets moeten gaan uitvoeren of samen een doel willen behalen. En natuurlijk: ‘hoe gaan we dat dan samen doen?’
Vind je de verbinding zoeken ook wel eens lastig?
Ja, tuurlijk. Dat maakt het ook leuk toch? Als het uitdagend is… het is vaak ook een dilemma dat je aan de ene kant graag snel vooruitgang boekt, snel dingen mogelijk maakt. Maar dat je aan de andere kant vaak langzamer moet bewegen om iedereen mee te krijgen. Ik moet continue controleren of iedereen qua informatie bij is, of iedereen voldoende zijn of haar zegje heeft kunnen doen, input heeft kunnen leveren, voldoende aangehaakt is, of iedereen het eens is met wat we gaan doen. Binnen het Noordzeeoverleg bestaat bijvoorbeeld een structuur die doorlopen moet worden om tot uitvoering van afspraken te komen. Soms zou ik iets sneller willen, maar dat kan dan niet omdat iedereen bij moet blijven. Dat is de uitdaging. Er gaan vaak veel rondes overheen voordat er overeenstemming is over iets en iedereen zich er in kan vinden: aanpassingen, feedback en weer opnieuw aanpassen.
Komt het ook wel eens voor dat partijen er helemaal niet met elkaar uit komen?
Ja, zeker. Het Noordzeeoverleg is natuurlijk een langlopend traject dus partijen hebben tijd om het met elkaar eens te worden en dingen genoeg te bespreken. Toch zijn er soms onderwerpen waar partijen het niet over eens worden. Dan probeer je toch te kijken: ‘waar zijn ze het wél over eens?’. Als ze het voor 80% wel met elkaar eens zijn en voor 20% niet, dan kun je dus heel erg op die 20% blijven hangen maar je kunt ook kijken naar waar je het wel over eens bent. Het is soms nodig om wat extra’s te doen, om even in te grijpen dus. Dan bespreek ik met mijn collega-secretarissen en de voorzitter van het Noordzeeoverleg wat we kunnen doen om weer vaart in het gesprek te krijgen. Het gesprek is dan blijkbaar op iets vastgelopen en er zijn emoties aanwezig bij verschillende partijen waardoor de voortgang er uit is. Soms organiseren we dan een apart overleg met de partijen die er samen niet uit komen.
Als er onduidelijkheid is of het gesprek blijft vastlopen, dan kunnen we ook altijd teruggrijpen naar het Noordzeeakkoord. Dan houden we de partijen voorlopig vast aan hoe iets in het Noordzeeakkoord is opgeschreven en proberen er op een ander moment toch weer uit te komen. Het Noordzeeakkoord is wat dat betreft een houvast in moeilijke situaties.
Lees meer over het Noordzeeakkoord
Ik kan me ook voorstellen dat er wel eens dingen instaan die op verschillende manieren kunnen worden opgevat?
Ja zeker, soms is het voor partijen toch niet helemaal duidelijk hoe iets bedoeld was, of soms staan er dingen die niet concreet genoeg zijn. Of er was bijvoorbeeld een planning afgesproken die te ambitieus was en het lukt niet om dit te halen. Dan wordt dit geagendeerd zodat er nieuwe afspraken kunnen worden gemaakt.
Het is dus soms best wel maatwerk. Heb je een voorbeeld van een conflict tussen partijen, waarbij je de partijen op bijzondere wijze toch weer bij elkaar kreeg?
Het is wel eens voorgekomen dat de vertegenwoordigers van twee sectoren het niet met elkaar eens waren over een bepaald onderwerp. Ze kwamen er gezamenlijk niet uit. Toen heeft de voorzitter deze partijen bij elkaar geroepen in een apart overleg. Met de voorzitter en de secretarissen erbij is dit conflict toen uitgepraat. Na het uitten van emoties die in de weg stonden, konden beide partijen eigenlijk vrij snel met elkaar tot nieuwe afspraken komen. Het bleek essentieel dat – door het samenbrengen van de partijen in een apart overleg – de lucht geklaard werd en dat de partijen weer ‘on speaking terms’ met elkaar kwamen.
Een ander voorbeeld is toen we een studie moesten laten uitvoeren over een onderwerp waarbij partijen tegenovergestelde belangen hadden. Om te waarborgen dat het onderzoek zo objectief, onafhankelijk en wetenschappelijk mogelijk was, is een begeleidingscommissie ingesteld met een externe voorzitter (een onafhankelijk wetenschapper), vertegenwoordigers van beide partijen, de overheid en een inhoudelijke expert. Dit groepje heeft met elkaar het gehele traject doorlopen: van het vaststellen van de opdrachtomschrijving tot het kiezen van welk bureau het gaat uitvoeren, tot de begeleiding van het bureau tijdens de uitvoering van het onderzoek. Deze benadering had als doel dat alle partijen achter dit onderzoek stonden en dat deze partijen ook de uitkomst van dit onafhankelijke onderzoek zouden accepteren: of deze voor een partij nu positief of negatief is. Nu dit onderzoek achter de rug is zijn ze aan het kijken wat ze met de resultaten gaan doen en dan merk je dat de meningen toch weer een beetje uit elkaar lopen, dat blijft een continue uitdaging. Maar dankzij de ingestelde begeleidingscommissie twijfelt niemand aan de degelijkheid van het onderzoek en hoe het proces verlopen is.
Ik kan me voorstellen dat in de eerste situatie die je omschrijft, het gesprek, dat dat best een lastig gesprek is om te begeleiden. Zeker met alle emoties…
Zo’n gesprek begeleiden is typisch iets wat door onze onafhankelijke OFL-voorzitter, Sybilla Dekker, wordt gevoerd. Zij is natuurlijk gepokt en gemazeld in dat soort dingen. Als secretaris helpen we haar door te observeren. Wat horen we en van wie? Wat zien we gebeuren? Hoe reageert iemand? Aan lichaamstaal van mensen kun je veel aflezen. Maar ook tijdens de voorbereiding van zulke gesprekken – wanneer je de partijen 1-op-1 spreekt – hoor je veel dingen. Al deze bevindingen koppel je dan terug aan de voorzitter zodat zij daar op kan inhaken. En als secretariaat en voorzitter zijnde bespreken wij natuurlijk ook van te voren welke uitkomst wij graag zouden willen zien. Bijvoorbeeld dat we graag willen dat de twee partijen met elkaar afspraken maken over vervolgstappen. De voorzitter kan daar tijdens het gesprek dan op sturen.
Is het wel eens voorgekomen dat ondanks bemiddeling tussen partijen er toch partijen waren die niet met elkaar door één deur konden komen en dat er partijen zijn opgestapt uit het overleg?
Toen het Noordzeeakkoord in de eerste instantie gesloten werd zijn de vertegenwoordigers van de visserij eruit gestapt. Zij hebben het akkoord toen niet ondertekend. Toen Sybilla Dekker aantrad als voorzitter heeft zij veel moeite gedaan om de visserij toch weer aan tafel te krijgen. Ze heeft ontzettend veel gesprekken gevoerd en gekeken naar wat er nodig was. Uiteindelijk is de sector weer aan tafel gekomen bij het Noordzeeoverleg.
Tot slot: heb je het gevoel dat jouw ervaring als onafhankelijk OFL-secretaris ook helpt in je privéleven, bijvoorbeeld in conflictsituaties?
Haha, grappige vraag. Bij het OFL krijgen we regelmatig trainingen, onder andere over mediation, gesprekstechnieken, methodes om partijen bij elkaar te brengen, om overleggen te faciliteren. Ja, dat soort technieken kan ik thuis of in mijn privéleven ook wel eens toepassen. Bijvoorbeeld het zoeken naar een win-win, of bepaalde mediation vaardigheden zoals wanneer iemand een erg duidelijk standpunt heeft en je probeert te achterhalen welk belang hier achter zit. Het kan handig van pas komen, maar het is (gelukkig) niet iets wat ik dagelijks hoef toe te passen in mijn privéleven.
Bekijk hieronder ook de collegetour over het Noordzeeoverleg met onder andere NZO-voorzitter Sybilla Dekker en krijg een inkijkje in de unieke manier waarop de partijen uit de energie-, natuur- en voedselvoorziening sector samen met de rijksoverheid werken aan de uitvoering van het Noordzeeakkoord.