In de eindadviezen staat ‘empowerment’ centraal - van bewoners en overheden en wordt een oproep gedaan voor ‘nieuwe coalities’. Extra aandacht in het rapport gaat naar het meer en beter betrekken van maatschappelijke initiatieven bij het aardgasvrij maken van wijken.
Sinds 2019 adviseert het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL), op verzoek van voormalig minister Ollongren van het ministerie van BZK, over het aardgasvrij maken van woningen en werkt daarbij intensief samen met het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW). Dit doet het OFL door, vanuit het perspectief van de samenleving, te onderzoeken wat effectieve vormen zijn van participatie zijn en wat de rol is van bewoners en maatschappelijk initiatieven bij het aardgasvrije maken van wijken.
Nieuwe coalities in het aardgasvrij maken van wijken
In de afgelopen drie jaar heeft het PAW-leerprogramma grote stappen gezet. Onder andere de Participatiecoalitie heeft daaraan bijgedragen. Nieuwe publiek-civiele coalities zijn ontstaan waarbij bleek dat het maatschappelijk initiatief veel vitaler is dan oorspronkelijk werd gedacht. In het advies staan de randvoorwaarden beschreven voor deze verdere en noodzakelijke ontwikkeling in de samenwerking tussen overheden, bedrijven, en maatschappelijke initiatieven.
Lees verder in het eindadvies Nieuwe coalities in aardgasvrije wijken
Verhalenbundel met moedige praktijken
In 2021 heeft het OFL onder meer laten zien dat er andere manieren van samenwerken tussen gemeenten, bedrijven en bewoners nodig zijn, die buiten de bestaande kaders (subsidies, regelgeving) meer ruimte geven aan succesvolle participatie. Om buiten de huidige kaders te zoeken naar nieuwe vormen van samenwerking is moed nodig. Het OFL heeft gemeenten, groepen burgers, individuen én bedrijven gezien die moed tonen. En een aantal van deze praktijken zijn ter inspiratie gebundeld in een publicatie. Deze “moedige praktijken” illustreren niet hoe het moet, maar hoe het kán.
Lees verder in de bundel Moedige praktijken.
Derde weg
Deze praktijken moeten wat betreft voorzitter Marleen Stikker meer ‘normaal’ worden en vanzelfsprekend zijn. Daarnaast moeten deze praktijken zich verder kunnen ontwikkelen zodat ze op meerdere plaatsen kunnen worden toegepast. Dat vraagt voor de komende jaren om leren met en van elkaar – het vraagt ook om een ‘opgroeirecht’. Het inslaan van die ‘derde weg’ betekent dat het maatschappelijke belang en maatschappelijke initiatief een vaste en gewaardeerde plaats krijgt in zowel wijken als op landelijk bestuurlijk niveau. De samenwerking tussen private, civiele en publieke is dan meer in evenwicht en wordt als vanzelfsprekend beschouwd in zowel beleid als in uitvoering.
Lees de brief van Marleen Stikker aan minister Hugo de Jonge