Van ‘smart’ technology naar 'wise' technology

16-12-2017
110 keer bekeken {0} reacties

Impressie van OIM-manager Friso Coumou op de workshop Technologie op waarde schatten van 6 december 2017.


Wat is de impact van technologie op de fysieke leefomgeving? Met een divers gezelschap gingen we over deze vraag in gesprek tijdens de workshop Technologie op waarde schatten. Dit deden we aan de hand van drie cases: de zelfrijdende auto, sensoren en smart mobility bij mobiliteit en het gebruik van augmented reality door de gemeente. Ik zat aan tafel bij een casus over sensoren en smart mobility, verzorgd door Eduardo Felici van Databank Wegverkeersgegevens. Ik deel graag mijn reflectie op deze casus vanuit drie vraagstukken:

  1. Wat is de betekenis van het gebruik van sensoren en smart mobility voor de rol en de positie van de burger?
  2. Hoe praten we over transities?
  3. Hoe verhouden we ons tot de technologie?
Rol en positie van de burger

Transities gaan gepaard met anders kijken, en in dit geval betrof dat onder andere de manier waarop we naar een auto kijken. Niet langer is dat enkel een fysiek vervoersmiddel. Meer en meer wordt de auto een soort computer op wielen. Inclusief een besturingssysteem dat met verloop van tijd wordt geüpdatet, waardoor een auto andere, nieuwe functies krijgt. Deze nieuwe auto ontstaat uit twee traditioneel gescheiden sectoren: de ICT- en de auto-industrie. Dat roept direct vragen over eigenaarschap op. Want koop en bezit je in de toekomst eigenlijk nog wel een auto? Of neem je bijvoorbeeld een vervoersdienst af, die bovendien deel uitmaakt van een groter ecosysteem met allerlei spelers en spelregels? En wat heb je als gebruiker of afnemer dan nog te zeggen?

 

Democratie-transitie

In de vorige workshops ging het over dataverzameling door burgers. Bijvoorbeeld over geluid, luchtkwaliteit en straling. De motivatie om als burger onderzoek uit te voeren (‘citizen science’) komt voort uit zorgen over de kwaliteit van de eigen leefomgeving en een wens daaraan wat te doen. Ook een passie voor het onderwerp speelt een rol bij de motivatie. De rol van dataverzamelaar en co-onderzoeker verschaft burgers een gevoel van autonomie en vergroot hun invloed. Dit kan je zien als een onderdeel van een democratie-transitie met nieuwe verhoudingen tussen burgers en instituties.

 

De burger als dataproducent en weggebruiker

In de workshop over sensoren en smart mobility kwam de burger vooral aan bod als dataproducent en weggebruiker. Hier dus geen bewuste of activistische rol voor de burger, maar eerder een onbewuste, passieve rol: burgers die via (gratis) apps op hun smartphone en (andere) sensoren in een vervoersmiddel een grote hoeveelheid data produceren. Deze data wordt opgeslagen in ‘the cloud’, waardoor allerlei palen en sensoren langs de weg (wegkantsystemen) niet meer nodig zijn. Diverse partijen gaan vervolgens met de opgeslagen data aan de slag en zetten het om in informatie over bijvoorbeeld reistijden, reissnelheden, herkomst en bestemming. Burgers maken daar vervolgens gretig gebruik van als consument: zij krijgen vervoersinformatie via dezelfde of andere gratis apps.
 

De rol van professionals

Aan mijn tafel ging het ook over de rol van professionals. Hebben zij nog wel toegang tot de data die ze nodig hebben voor de uitoefening van hun beroep? Over welke data kan een wegbeheerder beschikken? Een architect aan tafel zag in zijn sector een soortgelijk probleem. Steeds meer gebouwen bevatten sensoren die data produceren, maar kunnen architecten nog over de data beschikken die ze nodig hebben voor hun ontwerpfunctie? Of is deze in handen van grote databedrijven?


Transities

Een aantal gesprekspartners gebruikte het woord ‘de transitie’ met een bepaalde vanzelfsprekendheid, maar ik kon het niet volgen. “Wat bedoelen jullie met ‘de transitie’?”, vroeg ik. Het bleek vooral te gaan over de overgang van dataverzameling en communicatie via wegkantsystemen naar sensoren in auto’s en andere apparaten die data produceren. In mijn ogen is dat eerder een technologische trend dan een maatschappelijke transitie. In het gesprek werden wel tal van mogelijke maatschappelijke effecten genoemd. Deze effecten werden als aansporing gezien om de technologische ontwikkeling te stimuleren en te versnellen. Dataverzameling en communicatie via sensoren in en om de auto leidt bijvoorbeeld tot meer veiligheid op de weg, vermindert de belasting van het milieu en het leidt tot een mooier landschap óf maakt de weg vrij voor andere ruimtelijke ordening.

 

Inschatten snelheid ontwikkelingen

Aan tafel leefde een sterke wens om de snelheid van deze ontwikkelingen beter te kunnen inschatten. Dit in verband met de investeringen door bedrijven in nieuwe producten en diensten. Hoe minder zekerheid over het tempo van de ontwikkelingen, hoe riskanter de investeringen. Als bepalende elementen werden het adaptieve vermogen van het bredere publiek, de technologie-push door grote bedrijven, en de (on)mogelijkheden als gevolg van wettelijke normen (bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid) benoemd.


Technologie

Wat tijdens het gesprek aanvankelijk minder aan de orde kwam was de kritische vraag: willen we deze nieuwe technologische ontwikkelingen eigenlijk wel? En zo ja, waarom precies en op welke manier dan? Welke eisen stellen we dan aan de technologie? In een eerdere workshop lieten onderzoekers van Waag Society zien dat je een technologische ontwikkeling kunt kwalificeren. Je kunt als samenleving, en als overheid, eisen stellen en voorwaarden verbinden aan technologiegebruik. Is de technologie bijvoorbeeld open, eerlijk en inclusief? Of beter gezegd: draagt de technologie bij aan een meer open, eerlijke en inclusieve samenleving?

 

Wie bepaalt het type samenleving?

Deze vraag stuurde ons gesprek op 6 december in de richting van persoonlijke voorkeuren en politieke waarden. De gesprekspartners hadden verschillende opvattingen over het gebruik van commerciële, gratis apps waarbij gebruikers data afstaan aan bedrijven als Facebook. Waar de een totaal geen problemen had met bijvoorbeeld het gebruik van Facebook en WhatsApp, was dit voor een ander onbegaanbaar gebied vanwege principiële overwegingen op het gebied van privacy. Zijn mensen voldoende bewust van het gevolg van het gebruik van gratis apps?, vroegen we ons af. Zijn er wel voldoende (open, niet-commerciële) alternatieven? Laten we bedrijven, via een technologie-push, bepalen welk type samenleving we krijgen? Of moeten we als samenleving en als overheid eisen stellen aan opkomende technologieën, de diversiteit van het technologie-landschap en het functioneren van nieuwe ecosystemen? Welke democratische waarden moeten we daarbij inbouwen of beschermen?

Ons gespreksthema kantelde op die manier van ‘smart technology’ naar ‘wise technology’. En over de vraag wat hier nu ‘wijsheid’ is, waren we nog lang niet uitgepraat.

 

Friso Coumou, Manager OIM

Deze workshop was in het kader van de leerfunctie van het OIM; samen leren en onderzoeken. Naast deze pijler heeft het OIM de volgende pijlers: advies geven aan de overheid, samen iets maken en maatschappelijk initiatief. Een visueel verslag van deze workshop is beschikbaar op de OIM-website.

 

 

 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving
Rijnstraat 8 | 2515 XP | Den Haag
Postbus 20901 | 2500 EX | Den Haag
E-mail: info@ofl.nl

Linkedin Youtube

OFL | Brengt samenwerking verder


Cookie-instellingen