Welke technologische toepassingen maken het voor burgers mogelijk om een actieve rol te hebben in het verzamelen van gegevens? Daar ging het over in de OIM-workshop Technologie op waarde schatten, die 14 november plaatsvond. Onder andere sensor-technologie en de mogelijkheden die smartphones en apps bieden kwamen ter sprake. Technologieën als deze maken een meer verspreide gegevensverzameling mogelijk naast een gecentraliseerd systeem.
In het gesprek met elkaar werd duidelijk dat met verschillende brillen naar gegevensverzameling gekeken kan worden. Zo stellen mensen die bezig zijn met het verzamelen van centrale, wetenschappelijke gegevens bijvoorbeeld vragen over de betrouwbaarheid van decentraal verzamelde gegevens. Worden alle benodigde gegevens wel verzameld om tot een verantwoorde beoordeling te komen? Zijn de metingen betrouwbaar?
Gekeken door de bril van de metende burger staat empowerment (zelf verantwoordelijkheid nemen, red.) voorop. De burger die een probleem ervaart en dit probleem zelf kan meten, ondervindt controle en zeggenschap, in plaats van het gevoel overgeleverd te zijn. Zo wordt een basis gevormd voor een zakelijke, constructieve dialoog met de overheid.
In de workshop stond enerzijds de methodiek en de technische kwaliteit van gegevens centraal en anderzijds de waarde van het kunnen participeren voor burgers. Dit is het klassieke onderscheid tussen het product en het proces. Voor de overheid staat de kwaliteit van het (meet)product centraal. De burger vindt het vooral belangrijk onderdeel te kunnen zijn van het proces door deel te nemen aan de dialoog. Dat geeft hem het gevoel serieus genomen te worden. En wie zich serieus genomen voelt, stelt zich eerder meewerkend op. Zo kan een constructieve interactie met de overheid tot stand komen. Dat is natuurlijk niet alleen een kwestie van technologie, het is ook aan de overheid om open te staan voor de dialoog.
Uit de casussen bleek dat de betrokkenheid van burgers in wetenschappelijke processen groeiend is. Deze beweging wordt ook wel ‘citizen science’ genoemd. De constructieve rol van het RIVM in deze beweging werd door de aanwezigen als belangrijk gezien. Door professionals in te zetten die serieus meewerken aan de kwaliteit van de verzamelde gegevens, gaan burgers de Rijksoverheid weer als een betrouwbare gesprekspartner zien.
Het is een feit: het monopolie van de overheid op gegevensverzameling wordt doorbroken, de burger bemoeit zich actiever met wat ermee gebeurt.
Juist omdat de burger van reëel ervaren problemen uitgaat, opent dit ‘zelf meten‘ ook de weg naar meer participatieve vormen van democratie. Dit brengt grote gevolgen met zich mee als het gaat om de werkwijze bij organisaties. Een top down besluitvorming wordt namelijk aanzienlijk lastiger bij meer gedemocratiseerde gegevensverzameling.
Deze workshop was in het kader van de leerfunctie van het OIM; samen leren en onderzoeken. Naast deze pijler heeft het OIM de volgende pijlers: advies geven aan de overheid, samen iets maken en maatschappelijk initiatief. Een visueel verslag van deze workshop is beschikbaar op de OIM-website.
Jacques Wallage, voorzitter OIM