De Fietsersbond behartigt de belangen van fietsers. Met meer dan 32.000 leden die actief werken aan betere fietsvoorzieningen, zet de Fietsersbond zich dagelijks in voor een veilig en comfortabel fietsland. Daarmee levert de Fietsersbond een bijdrage aan een leefbaar, gezond en met name actief Nederland.

We spreken met Ester van Garderen en Wim Bot. Ester van Garderen is sinds 2020 directeur van de Fietsersbond. Wim Bot is sinds 2008 (inter)nationaal beleidsadviseur.

Bekijk de website van de Fietsersbond.

Wat vindt de Fietsersbond het allerbelangrijkste dat ze wil neerzetten voor de fysieke leefomgeving in de komende tien jaar?

Een leefomgeving waar het groen en fijn is. Waar je je kunt verplaatsen met actieve mobiliteit. Waar kinderen gewoon op een fijne manier naar school kunnen fietsen. Waar je overal kunt komen en waar het gewoon leefbaar is. Voor mens en natuur, jong en oud, voor iedereen. Daarin willen we zowel persoonlijk als met de Fietsersbond het verschil maken.

De komende tien jaar willen we dat de fiets op rijksniveau veel meer aandacht krijgt. Bij de vorige regering zagen we bijvoorbeeld dat er totaal onverwachts 780 miljoen euro voor de fiets beschikbaar werd gesteld. Dat was een eenmalige impuls, maar daarmee werd wel erkend dat de fiets onmisbaar is. We vinden ook eigenlijk dat er structureel budgetten moeten zijn voor de fiets, net als dat die er zijn voor weg- en spoorvervoer. En dat geld is natuurlijk een middel om dat doel van een mobiele en fijne leefomgeving te bereiken. Daarnaast willen we ook veel meer besef over de positieve effecten van de fiets. Fietsen helpt natuurlijk ook tegen overgewicht en hart- en vaatziekten en het is een hele goedkope manier om die doelen te bereiken. Dat zijn toch wel de allerbelangrijkste dingen die we in de komende tien jaar willen bereiken.

Moeten fietsers vaak een eigen belang opzij zetten voor het collectieve belang?

Jazeker. Op lokaal niveau is momenteel meer aandacht en spanning rondom de ruimte voor voetgangers. Op drukke punten in de binnenstad kan dat wel eens ten koste gaan van fietsverbindingen. Wij gaan daarover met onze lokale vrijwilligers de discussie aan: hoe willen en kunnen fietsers daar op een verstandige manier mee omgaan. Het antwoord verschilt per situatie, maar het is wel nodig om begrip te krijgen voor het verbeteren van de positie van voetgangers.

Daarbij moeten fietsers soms erkennen dat ze niet overal doorheen kunnen scheuren en af en toe hun tempo aan moeten passen. Als mensen haast hebben, snappen ze zelf ook wel dat ze een andere route moeten kiezen. Of je past je aan, of je kiest een andere oplossing.

Wat vormt op dit moment de grootste kans voor een goede samenwerking op jouw gebied van expertise?

We zien heel veel kansen met lokale afdelingen van de Fietsersbond en vrijwilligers. Zij maken op lokaal niveau echt het verschil bij gemeenten. Wanneer bijvoorbeeld een ambtenaar voor groen en infrastructuur weinig van fietsen afweet, dan zie je lokale afdelingen opstaan en de gemeente scherp houden.

Wij zijn ook zichtbaarder geworden in het bedrijfsleven. Daar liggen best veel kansen. Een gezamenlijk pijnpunt is bijvoorbeeld omleidingen. Doordat we nu samenwerken met aannemers en bedrijven die omleidingen maken, sturen wij ook regelmatig lokale vrijwilligers op pad om die aannemers en bedrijven te adviseren over de beste fietsroutes tijdens werkzaamheden. Daarmee maken wij het beter voor fietsers en heeft de aannemer tevreden stakeholders. Zoals Esther altijd zegt: ‘het beste fietsbeleid is ruimtelijk beleid’.

Het beste fietsbeleid is ruimtelijk beleid. 

Wat is voor jou de meerwaarde van het OFL?

Organen als het OFL zijn belangrijk om een breed belang vanuit meerdere invalshoeken te zien. Wij vinden het enorm zinvol om met andere stakeholders standpunten en inzichten uit te wisselen over zaken als mobiliteit en ruimtelijk beleid. Bij de OFL-bijeenkomsten zitten tevens veel zwaargewichten die een scherpe blik met zich meenemen en daar kunnen wij inhoudelijk ook veel van leren.

We vinden het ook erg fijn dat onze inspraak wel degelijk merkbaar is tijdens de OFL-bijeenkomsten. Dat komt enerzijds omdat we goede contacten hebben met clubs zoals milieudefensie, natuur- en milieufederaties, wandelnet, etc. Dat betekent dat je toch vaak op één lijn zit als het gaat om het maken van strategische keuzes.