De gemeente Groningen werkt al heel lang gebiedsgericht, maar merkte dat het roer om moet in de samenwerking met bewoners. Mede op basis van ervaringen in vijf wijken heeft Groningen nu een model voor wijk- en dorpsdemocratie ontwikkeld. 'Dit model is niet één aanpak voor alles, maar helpt per wijk of dorp afspraken te maken over de wijze van werken en de zeggenschap van bewoners', aldus Liesbeth van de Wetering.
Het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL) onderzoekt sinds 2019 samen met een breed speelveld het vraagstuk omtrent participatie in het aardgasvrij maken van wijken. De afgelopen jaren zijn we veel moedige praktijken tegen gekomen. Een moedige praktijk is een praktijk die werkt aan het aardgasvrij maken van wijken of eraan raakt. Het zijn participatiepraktijken die daadwerkelijk hebben plaatsgevonden en het net even anders doen. Dit verhaal over de moedige praktijk van gemeente Groningen is onderdeel van een reeks van negen.
Van de Wetering werkt voor de provincie en de gemeente Groningen. 'Het samenspel tussen volksvertegenwoordigers, colleges, inwoners en ambtelijke organisaties is de rode draad in de dingen die ik doe', vertelt zij. 'Ik houd me bezig met regionale samenwerking, democratische vernieuwing en participatie.'
Keerpunt in wijkaanpak
'Voor mij persoonlijk waren de Vogelaar-plannen een keerpunt. Gemeenten kregen plotseling veel geld van het Rijk voor een wijkenaanpak. De plannen moesten snel, in één zomer, worden ontwikkeld. Daardoor konden we die plannen niet maken met de wijken en mensen om wie het ging. We waren iets aan het uitrollen over de wijken in plaats van het met bewoners samen te doen en bij hun situatie aan te sluiten. Het werd vooral achter het bureau bedacht. Ik voelde dat er iets niet klopte aan die manier van werken,' zegt Van de Wetering.
Hoewel wijkgericht werken in de gemeente Groningen al langere tijd bestond, maakte de evaluatie van de Vogelaar-aanpak duidelijk dat een nieuwe werkwijze nodig was. 'Alleen als gemeente het initiatief nemen en het geld en de menskracht mobiliseren, dat past niet meer bij deze tijd,' aldus Van de Wetering. 'Buurtorganisaties hadden bovendien in toenemende mate moeite hun achterban te mobiliseren. We begonnen ons af te vragen met wie we allemaal niet aan tafel zaten als we met actieve bewoners praatten. Juist met de mensen voor wie de plannen het hardste nodig zijn, kom je niet gemakkelijk in gesprek.'
Nieuwe wegen zoeken
Ook de Groningse gemeenteraad vond dat het tijd was om samen met bewoners op zoek te gaan naar een andere wijkaanpak en nieuwe vormen van lokale democratie. De Groninger burgertop van 2015, georganiseerd volgens de G1000-principes van David van Reybrouck, zorgde daarbij voor extra inspiratie. Van de Wetering: 'We zijn die zoektocht naar een nieuwe aanpak een aantal jaren terug begonnen. Niet door een groot masterplan te maken, maar door al doende te kijken wat werkt. Eerst met enkele kleine initiatieven. Daarna zijn we in vijf wijken gaan experimenteren met lokale wijk- en dorpsdemocratie, met als doel: meer en andere mensen betrekken bij hun woonomgeving.'
Liesbeth van de Wetering
Coöperatieve wijkraad
'In de Oosterparkwijk zijn we bijvoorbeeld een experiment gestart met een coöperatieve wijkraad. Die bestaat uit elf inwoners die door loting zijn benoemd en uit zes gemeenteraadsleden', vertelt Van de Wetering. 'Door bij elke gelote bewoner aan te bellen, krijg je ook daadwerkelijk mensen aan tafel die anders niet meedoen.' In dit experiment neemt de gemeenteraad de besluiten van de coöperatieve wijkraad over, was de afspraak. Om de wijkraad heen werd een panel van 400 gelote bewoners geformeerd, die zo rechtstreeks hun mening gaven over besluiten en plannen van de wijkraad.
De wijkraad brengt het gesprek in de wijk op gang, was het idee. Dit gesprek in de wijk, binnen de gemeenschap, is minstens zo belangrijk als het gesprek met de gemeente. 'We willen daarbij de verbinding tussen de representatieve en de maatschappelijke democratie herstellen', licht Van de Wetering toe. De bestuurlijke indeling van Thorbecke - het 'Huis van Thorbecke' - veronderstelt een sterke maatschappelijke democratie met betrokken burgers. Juist daar hapert het, is de analyse in Groningen. Participatieve democratie, als brug tussen de representatieve en maatschappelijke democratie, in de vorm van een wijkraad, kan die leemte mogelijk opvullen.
Model voor wijk- en dorpsdemocratie
'Het experiment met de wijkraad in de Oosterparkwijk en de vier andere experimenten hebben zo’n drie jaar gelopen', vertelt Van de Wetering. 'Toen we gingen evalueren en de balans opmaakten, zagen we dat we een aantal werkzame bestanddelen hadden, maar niet één beste manier. Daaruit is het model voor wijk- en dorpsdemocratie voortgekomen dat we nu gebruiken. Wat we nu doen is met elke wijk en met elk dorp afzonderlijk afspraken maken op basis van de stappen en keuzes in het model. De vraag is hierbij steeds: met welk gereedschap gaat een wijk of dorp besluiten nemen en hoe zorgen we dat het er democratisch verloopt?'
Afspraken per wijk en dorp
'Het is een vorm van maatwerkdemocratie per gebied. Waar we goed over hebben nagedacht is: wat ga je vastleggen met elkaar? De gemeenteraad wil met een gerust hart verantwoordelijkheden naar de wijk toe kunnen brengen. Dus daar wil je zekerheid over scheppen. Daarom hebben we een praatplaat gemaakt voor een zorgvuldig democratisch proces. Het begint bij hoe de wijk eruitziet, de feiten en cijfers, de mensen die er wonen. Vervolgens is de vraag: hoe willen we de rol- en taakverdeling inrichten en de zeggenschap in de wijk of het dorp verdelen? Het model voor wijk- en dorpsdemocratie biedt het democratisch kompas waarmee we die vragen beantwoorden.'
'Bewoners komen echt niet met gouden wipkippen als ze zeggenschap krijgen'
'Als je dit rigoureuzer doordenkt en een aantal jaren doet, kan ik me voorstellen dat de gemeenteraad een heleboel budgetten voor dorps- en wijkvraagstukken naar de wijken en dorpen zelf toe brengt. Daar beslissen bewoners dan samen over. Dan hoeft de raad daar minder tijd aan te besteden. Die kan dan vooral naar de grotere gemeentelijke verdelingsvraagstukken kijken, zoals de energietransitie of bereikbaarheid, en daarover met inwoners in gesprek te gaan. Als je burgers substantiële macht geeft over geld en vraagstukken in hun wijk of dorp, voelen mensen ook echt wel de verantwoordelijkheid. Bestuurders zijn weleens bang dat er overal gouden wipkippen komen, maar bewoners komen met serieuze plannen voor de echte vraagstukken.'
Kansen voor de energietransitie
Aan de noordkant van de stad Groningen is de aardgasvrijtransitie in een aantal wijken begonnen. Van de Wetering: 'Wat ik merk is dat dit soepeler gaat als de agenda groter wordt gemaakt en het niet alleen gaat over aardgas, maar over de bredere vraag hoe de wijk zich moet ontwikkelen Dan koppel je het energievraagstuk bijvoorbeeld aan armoedebestrijding, wijkvernieuwing of andere vraagstukken. Met een wijkplan waar de energietransitie onderdeel van is, overstijg je het 'not in my backyard'-gevoel. Dan gaat het niet alleen over hoeveel het gaat kosten of wat minder leuk is, maar ook over de kansen die het biedt: het zoet en zuur samen verdelen. Zo kan wijk- en dorpsdemocratie zeker bijdragen aan een gedragen energietransitie, meent Van de Wetering.