Op deze pagina staat een terugblik op de OFL-overleggen over het Deltaprogramma in eerdere jaren. De tijdlijn is bijgewerkt tot en met 2023.

Vanaf 2011: betrokkenheid overlegorgaan bij Deltaprogramma

In de eerste jaren waren er overleggen in het overlegorgaan (toen nog Overlegorganen Verkeer en Waterstaat) per deelprogramma van het Deltaprogramma. Daarna ieder jaar in het voorjaar een formele consultatie in het overlegorgaan over het jaarlijkse Deltaprogramma dat op Prinsjesdag uitkomt en in het najaar een informeel overleg waarin ruimte is voor een verdiepende dialoog.

2023: jaarlijkse overleggen

Tijdens de formele consultatie in het voorjaar hadden de deelnemers de gelegenheid hun inbreng te leveren voor het Deltaprogramma 2024 dat op Prinsjesdag 2023 is gepresenteerd. OFL-leden en -deelnemers:

• waarderen de verbeterde presentatie van het Deltaprogramma, waardoor ook leesbaarder wordt voor technisch minder onderlegde lezers;
• benadrukten de forse invloed van keuzes in het Deltaprogramma op de directe leefomgeving van burgers en vragen daarom extra aandacht voor het betrekken van burgers;
• spraken hun zorg uit over de uitvoeringscapaciteit voor het Deltaprogramma;
• stellen voor natuur en biodiversiteit te zien als bron en basis van landschappelijke kwaliteit en waterveiligheid; en
• vragen om duidelijkheid: standvastigheid in visie en stabiliteit van bestuur. Vooral voor het bedrijfsleven is dat van belang.

OFL-voorzitter Johan van de Gronden heeft de belangrijkste punten uit de consultatie mondeling meegegeven aan de Stuurgroep van het Deltaprogramma en in een brief aan de Deltacommissaris verwoord. Deze werken op diverse punten door in het Deltaprogramma 2024.

2023: verkenning alternatieve participatievormen voor Deltaprogramma

Binnen het Deltaprogramma, en de uitvoering van de Deltaopgaven, werd steeds duidelijker dat voor een succesvolle invulling van het programma maatschappelijke betrokkenheid essentieel is. Niet alleen omdat de technische oplossingen niet meer voldoen, maar ook omdat aanpassingen nodig zijn die invloed hebben op de dagelijkse omgeving van inwoners.

Deze ontwikkeling is voor de staf Deltacommissaris reden om te verkennen welke alternatieve vormen van participatie en overleg in het Deltaprogramma mogelijk zijn, in het algemeen en bij de herijking van de Deltaopgaven. Welke overlegvormen zouden daar voor geschikt zijn? De OFL-voorzitter en -secretariaat denken hierbij mee met de staf Deltacommissaris. Daarbij bezien zij ook wat een passende betrokkenheid van het OFL is.

Een vraag die in deze verkenning voor het OFL speelt is in hoeverre ook regionale vraagstukken een plek zouden moeten krijgen in het OFL-overleg. Het OFL is primair gericht op nationale vraagstukken, terwijl al gauw regionale of lokale vraagstukken aan de orde zijn wanneer het gaat over de impact van het Deltaprogramma op de dagelijkse omgeving van burgers. Je kunt redeneren dat het OFL niet de passende plek is voor overleg over de regionale vraagstukken. Maar regionale en nationale vraagstukken staan niet los van elkaar. Regionale kwesties maken bijvoorbeeld nationale dilemma’s zichtbaar en nationale beslissingen bepalen de kaders voor het oplossen van regionale problemen. Bovendien geven regionale verwikkelingen kleuring en betekenis aan nationale kwesties.

Tijdlijn