Reflectieverhaal: Diepgaand luisteren geeft geurhinderbeleid nieuwe start

04-06-2020
2150 keer bekeken

Het OFL publiceert drie maal per jaar een nieuwsbrief voor de deelnemers over de belangrijkste ontwikkelingen rond OFL-projecten. Daarnaast kunt u op deze pagina nieuwsberichten vinden rond behaalde resultaten binnen projecten.

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Reflectie op de werkwijze en impact van de Commissie geurhinder veehouderijen.

Het onderzoek van de Commissie Geurhinder Veehouderijen maakt duidelijk dat geurhinder van veestallen een complexe maatschappelijke opgave is. Dit blijkt niet alleen uit de probleemanalyse en aanbevelingen in het eindrapport 'Geur bekennen' van de commissie, maar blijkt ook uit de waardering die de commissieleden krijgen voor de manier waarop zij hun onderzoek hebben uitgevoerd met ondersteuning van het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL). 'Echt luisteren' naar alle betrokkenen is in die waardering een opvallende constante. De aanbevelingen van de commissie zijn voor staatssecretaris Van Veldhoven aanleiding voor nieuw beleid, heeft zij de Tweede Kamer laten weten.

 

Het is maart 2018 als Wageningen University & Research (WUR) rapporteert dat luchtwassystemen bij veestallen geur niet zo goed verwijderen als tot dan toe is aangenomen. Omwonenden van veehouderijen ervaren zo meer stank dan op grond van de vergunningverlening is te verwachten. Staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) stelt daarom medio 2018 de Commissie Geurhinder Veehouderijen in. Zij vraagt de commissieleden eigen, onafhankelijk onderzoek te doen naar geurhinder van veestallen en met aanbevelingen te komen voor nieuw beleid. Het adviesrapport 'Geur bekennen' van de commissie verschijnt in april 2019, in september van dat jaar gevolgd door de beleidsreactie van de staatssecretaris.

Onafhankelijk onderzoek met alle betrokkenen

De Commissie geurhinder veehouderijen opereert onder de vlag van het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL). Dit onafhankelijke overlegplatform voor de fysieke leefomgeving heeft consultatie en samenwerking bij complexe maatschappelijke opgaven tot zijn handelsmerk gemaakt. Een belangrijk uitgangspunt was dat de Commissie geurhinder veehouderijen in haar advies gezichtspunten en ervaringen van betrokkenen een prominente plek wilde geven.

Uit reacties van enkele van deze betrokkenen blijkt dat de commissie hierin goed is geslaagd.

'De commissie heeft duidelijk een luisterend oor gehad voor alle stakeholders en toen haar rapport gepubliceerd', managing director luchtwasserbranche

'Echt luisteren' als opvallende meerwaarde

Meerdere stakeholders noemen ‘echt luisteren’ spontaan en onafhankelijk van elkaar als opvallende meerwaarde van het werk van de commissie. Kennelijk is het nog niet altijd volstrekt gewoon dat betrokkenen in dit soort processen zich echt gehoord voelen en is er veel voor nodig om het wantrouwen dat soms tegen instituties bestaat te overwinnen. De Commissie Geurhinder heeft op dit punt bij vrijwel alle betrokkenen een blijvend positieve indruk gemaakt.

'Wij hebben onze kant van het probleem meer dan grondig kunnen belichten. Daar is zeer serieus naar geluisterd. Dat heb ik als waardevol ervaren', wethouder

Onderzoek in de gebieden waar het om gaat

Vlak nadat de commissie haar werk is begonnen, besluiten de commissieleden niet alleen tijdens overleggen in Den Haag te praten met omwonenden, veehouders, onderzoekers, bestuurders en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Het is voor hen als snel duidelijk dat ze ook zelf willen gaan kijken in de gebieden waar geurhinder van veehouderijen bestaat.

'Ik zei tegen de commissie: 'Mensen, als jullie werkelijk willen weten hoe het in elkaar zit, dan ga je daarnaartoe.' Dat deden ze. Dat was voor mij zeer verrassend', voorzitter burgerplatform

Deze aanpak geeft de commissieleden persoonlijk inzicht in de complexiteit van het onderwerp geurhinder door veehouderijen. Het is niet alleen een technisch vraagstuk, gericht op rendementen en emissienormen voor luchtwassers, maar het heeft ook diverse sociale, maatschappelijke en economische dimensies. Het onderzoek van de commissie richt zich op het zo helder mogelijk maken van wat precies het vraagstuk is bij geurhinder van veehouderijen. De commissieleden brengen alle belangen en afwegingen zo goed mogelijk in beeld, om daarop hun aanbevelingen te kunnen baseren.

'Die aanpak heeft meerwaarde gehad, omdat alle afwegingen en dilemma's duidelijk op tafel zijn gekomen', beleidsmedewerker ministerie

Aanbevelingen voor geurhinderbeleid

De commissieleden doen in hun adviesrapport 'Geur bekennen' drie aanbevelingen voor nieuw beleid. Ten eerste wijzen zij erop dat voor geurhinder eenduidige emissiegrenswaarden nodig zijn waar veehouders zich permanent aan moeten houden. Ten tweede zijn betere manieren om de effectiviteit van luchtwassers te bepalen wenselijk en moet de geurproductie verminderd worden waar zij begint: in de stal. Ten derde adviseert de commissie de staatssecretaris maatwerk per gebied mogelijk te maken, met meer vrijheid voor decentrale overheden om in te grijpen in bestaande situaties.

Eindadvies niet unaniem onderschreven

Hoewel veel verschillende betrokkenen bijzonder positief zijn over de werkwijze en het advies van de Commissie Geurhinder Veehouderijen, zijn er ook stakeholders die het gevoel hebben dat er naar hen onvoldoende is geluisterd. Deze stakeholders zijn wel positief over de grondige en brede aanpak van de commissieleden, maar onderschrijven het eindadvies van de commissie niet of niet volledig.

'Wat ik verwachtte is een concreter werkend perspectief en ik had vooraf ook de verwachting dat de commissie meer met onze inbreng zou doen, bijvoorbeeld met de handreiking die we hebben gemaakt', beleidsmedewerker productenorganisatie

Van advies naar beleid

Nadat het rapport van de commissie is verschenen, brengt staatssecretaris Van Veldhoven de Tweede Kamer in september 2019 op de hoogte van hoe zij de commissieadviezen in nieuw beleid wil vertalen. Het uitgangspunt daarbij is een goede balans tussen enerzijds de ruimte voor veehouders om te kunnen ondernemen en anderzijds een prettig woon- en leefklimaat voor omwonenden. Opvallend is dat in de perceptie van sommige stakeholders er nog weinig nieuw beleid waarneembaar is, terwijl anderen allerlei initiatieven zien ontstaan en wijzen op vervolgonderzoek dat is gestart.

'Zolang er echter geen doorvertaling is, telt het niet voor ons. De vervolgvraag is: hoe gaan we nu om met de conclusies?', wethouder

Veel stakeholders ervaren een kloof tussen de totstandkoming van het rapport van de commissie, waarbij zij nauw betrokken zijn geweest en nieuwe maatregelen die zij vervolgens op korte en langere termijn verwachten. Omwonenden ervaren bijvoorbeeld nog geen onmiddellijke verbetering in de geurhinder die zij ervaren. Toch zijn er ook stakeholders die optimistisch zijn over het nieuwe beleid dat zij vorm zien krijgen.

'Op de korte termijn is er helaas nog geen oplossing. Het vertrouwen van de maatschappij in de huidige systematiek van wetgeving op het gebied van geur en geurmetingen is tot nul gedaald, maar ik zie onder de stakeholders dat iedereen zich heeft gecommitteerd aan nieuwe oplossingen en nieuwe denkrichtingen. (...) Ik zie dat er nu voldoende nieuwe lijnen zijn uitgezet voor toekomstig beleid', managing director luchtwasserbranche

Scala aan maatregelen

In haar Kamerbrief van september 2019 geeft de staatssecretaris aan welke maatregelen zij op grond van het adviesrapport van de Commissie Geurhinder Veehouderijen wil nemen. De maatregelen bestaan onder andere uit subsidiebeleid voor emissiearme stalsystemen, nader onderzoek naar de effectiviteit van luchtwassers door WUR, intensivering van de handhaving en een meerjarig WUR-onderzoeksprogramma naar het meten en monitoren van geur. Ook vraagt de staatssecretaris advies aan een extern bureau over mogelijke versterking van het stelsel van stalbeoordeling. Ten slotte wil de staatssecretaris in de Omgevingswet voor gemeenten de verplichting invoeren om rekening te houden met de cumulatie van geur in gebieden en geeft zij decentrale overheden door middel van een pilot de gelegenheid in te grijpen in bestaande situaties.

Terugblik door de commissievoorzitter

OFL-voorzitter Pieter Jan Biesheuvel merkt op, terugkijkend op het werk van de Commissie geurhinder veehouderijen, dat de aandacht voor de problematiek van de geuroverlast niet mag verslappen. “De meest effectieve maatregelen, die voorgesteld zijn, vragen aanpassing van de regelgeving; de politiek is nu aan zet!”

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving
Rijnstraat 8 | 2515 XP | Den Haag
Postbus 20901 | 2500 EX | Den Haag
E-mail: info@ofl.nl

Linkedin Twitter Youtube

OFL | Brengt samenwerking verder


Cookie-instellingen